ORGEL
De protestantse kerk aan de Veerstraat in Boxmeer heeft het oudste orgel in de gemeente Boxmeer. De Amsterdamse orgelmaker Hermanus Knipscheer bouwde het orgel in 1873. Het kwam echter pas 47 jaar later in de Boxmeerse kerk te staan.
Orgelmaker
De familie Knipscheer is bijna 100 jaar in het vak van orgelmaken actief geweest. De Knipscheer–familie is een begrip op het gebied van de 19e eeuwse orgelbouw. De stichter van het bedrijf, Hermanus I Knipscheer, nam in 1796 de houtzaagmolen over, waar hij in eerste instantie zelf werkte als meesterknecht. Een jaar later begon hij te adverteren met huisorgels. Al gauw daarna had hij diverse orgels in onderhoud, maar bouwde ook nieuwe orgels. Van de destijds gebouwde kerkorgels is helaas maar weinig bewaard gebleven. Hermanus I kreeg zes kinderen.
Hermanus Knipscheer
In 1802 werd zoon Hermanus II Knipscheer geboren. Hermanus II stierf in 1874. Na een aantal jaren in zijn vaders bedrijf te hebben gewerkt ging hij in 1825 een compagnonschap aan met zijn vader. Hij bouwde voornamelijk huisorgels en kleine kerkorgels. In 1837 bouwde Hermanus II zijn eerste orgel voor de Hervormde kerk in Sassenheim. Hermanus bleef de 18e-eeuwse bouwtrant trouw. Hij gebruikte vulstemmen en disponeerde maar weinig strijkers in zijn orgels.
In totaal bouwde Hermanus 32 kerkorgels. In zijn laatste levensjaren had hij enkele kleine orgels met een vergelijkbaar uiterlijk in voorraad. Zijn orgels kunnen nog in veel steden worden bewonderd, zoals in Wamel, St. Anna ter Muiden, Weerselo en in Boxmeer.
Foto Verschueren Orgelbouw
Bronvermelding: Jaco van Leeuwen
Links
http://www.knipscheerorgel-noordwijk.nl
Vox Humana en groot onderhoud
Tot 2018 mankeerde een belangrijk register, de Vox Humana. Deze “menselijke stem” was van meet af aan in het orgel voorbereid, maar nooit geplaatst. Dankzij speurwerk binnen de orgelkring Gregorius van Dijk werden we door Geert Verhallen uit Mill geattendeerd op een Belgisch exemplaar, dat uit de bouwtijd van ons orgel stamt. Proefondervindelijk bleek, dat dit register klanktechnisch goed bij het orgel paste, en in combinatie met een reguliere onderhoudsbeurt ontwierpen de deskundigen een plan voor de inbouw. Tegelijkertijd werden de telescoophulzen uit 1973 vervangen door een duurzamer constructie en werd het pijpwerk grondig nagezien en waar nodig hersteld. Het celluloid toetsbeleg werd vervangen door been, en de bakstukken tonen nu de originele Knipscheer-look:
Foto Verschueren Orgelbouw
Ondanks deze prima uitgevoerde onderhoudsbeurt lijdt onze Knipscheer deze zomer onder de barre weersomstandigheden: hitte en droogte spelen voortdurend een grote rol in het houten gewrocht waarmee de pijpen tot klinken gebracht worden.